Raadsvergadering: onderzoek aanbesteding bouwteam mfa.
Voorzitter.
Het onderzoek waarover wij vanavond spreken, moet gelezen worden in het licht van het politieke klimaat in de periode waarin dit aanbestedingstraject liep.
Omdat binnen de toenmalige coalitie de standpunten over majeure onderwerpen steeds verder uit elkaar kwamen te liggen, werden al maandenlang door DV halve- hele- en ón waarheden de ether in geslingerd, daarbij schade aanbrengend aan personen. Met name wethouder Visser moest het ontgelden.
De situatie zorgde voor een ,zoals de burgemeester aangaf in zijn interview, `grimmige sfeer` en een `non- interventiecultuur` binnen het college. Een breuk binnen de coalitie op 13 april 2016 werd onvermijdelijk. Met een nieuwe coalitie en een nieuw college kon binnen zes weken een snelle constructieve bestuurlijk start worden gemaakt.
Als er iéts is wat uit dit onderzoek blijkt, dan is het wel dat emoties rond de bouw van het MFA van grote invloed zijn geweest.
Voorzitter wat DB betreft staan twee zaken in dit onderzoek centraal:
1.De zorgvuldigheid van het aanbestedingsproces
2.Het individuele handelen van collegeleden, raadsleden en HEVO.
ad 1.De zorgvuldigheid van het aanbestedingsproces.
Het aanbestedingsproces stond onder grote druk. Zowel de factor tijd als de maatschappelijke bewogenheid rondom het dossier zorgden daarvoor. Overigens die druk heeft de raad zichzelf en dus het college opgelegd mede als gevolg van het feit dat oud-wethouder Frenken zeer traag was met het uitvoeren van zijn opdracht ( Pv.E . aanleveren en contact leggen met de gebruikers).
Ondanks de geconstateerde druk zijn er behalve een paar onduidelijkheden in het proces van de aanbesteding door Berenschot geen concrete fouten geconstateerd.
Sommigen hebben wethouder Visser verweten dat hij geen informatie deelde met de raad. Met de constateringen in dit rapport en de kennis van nu is voor iedereen duidelijk dat met het vasthouden aan de stand still periode door wethouder Visser, er geen sprake was van een persoonlijk besluit, of manipulatie ,zoals oud-wethouder Frenken beweert, maar een besluit dat voortkwam uit de algemeen geldende opvatting rondom deze procedure.
DB heeft wel vragen over de houding van de burgemeester en oud wethouder Frenken. Als iedereen wist dat collegeleden betrokken wilden zijn, dan was het toch beter geweest als deze twee collegeleden zich niet hadden teruggetrokken? Zij konden toch weten dat zij nog invloed konden uitoefenen?
En waarom heeft het College niet alsnog na de presentaties van 13 april besloten aan een consensusoverleg deel te nemen? Het inkoopteam had een eerste beoordeling uitgevoerd , maar een gunningadvies kon nog steeds door het college worden aangepast.
DB meent dat het onverstandig was dat de burgemeester ervoor gekozen heeft de presentaties helemaal niet bij te wonen en oud- wethouder Frenken alleen die van de latere winnaar en dan nog alleen op aandringen van de gemeentesecretaris. De ( misplaatste) veronderstelling dat het een gelopen race was, lijkt te duiden op een gebrek aan betrokkenheid en verantwoordelijkheidsgevoel en zeker gezien het belang van het onderwerp, vinden wij dat dit een slechte keuze is geweest.
ad2. Het individuele handelen van collegeleden, raadsleden en HEVO.
HEVO heeft met het bewust afwijken van de vraag een risico genomen. Uitsluiting heeft wat DB betreft dan ook terecht plaatsgevonden.
Hoewel mogelijk verklaarbaar gezien de druk op personen destijds, had toenmalig wethouder Frenken niet mogen berichten uit het collegeoverleg en had DV er beter aan gedaan deze informatie niet in de publiciteit te brengen.
Want over de gebondenheid van de gemeenteraad aan de standstill periode is het rapport duidelijk.
DV als privaatrechtelijke vereniging mag dan geen onderdeel uitmaken van de aanbestedende dienst. De fráctie van DV bij monde van haar fractievoorzitter – gemeenteraadslid en dus deel uit makend van de aanbestedende dienst- heeft wél vertrouwelijke informatie naar buiten gebracht! DV geeft in haar interview aan zélf contact te hebben gezocht met HEVO!
Wij concluderen dat HEVO willens en wetens gebruik gemaakt heeft van de politieke discussie om er haar voordeel mee te kunnen doen. HEVO heeft immers óók nog zelf contact gezocht met het parochiebestuur! Onjuist dus van HEVO en onverstandig gehandeld. De aanbesteding heeft desondanks een duidelijke winnaar opgeleverd waarmee de gemeente wat ons betreft nu vervolgafspraken kan maken.
Wat DB betreft geldt dat beide partijen HEVO en DV met hun handelwijze de besluitvorming rond deze aanbesteding hebben gefrustreerd. Beide partijen HEVO zowel als DV hebben getracht door onzorgvuldig en onverstandig handelen eigen voordeel te behalen. De ene partij om een opdracht binnen te halen; de andere vanwege politiek gewin.
Voorzitter dit rapport geeft ons handvatten om processen in de toekomst te verbeteren.
En zoals het college ook aangeeft in haar zienswijze, de voltallige raad en het collegemoet zich bewust zijn van haar verantwoordelijkheden. Maar evenzeer is het belangrijk dat we kunnen concluderen dat het aanbestedingsproces ondanks enkele onnauwkeurigheden inhoudelijk en qua proces volkomen zuiver is verlopen en de positie van het winnende bedrijf niet ter discussie staat.